e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duivenhok op een zolder duivenspijker: doevesjpieker (Buchten) een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenkweker fokker: fokker (Buchten) een persoon die duiven houdt om te kweken en te verkopen? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenmand duivenkorf: doevekörf (Buchten, ... ) Hoe heet verder in Uw dialect: een gewone duivenmand (bijv. om naar het inkorvingslokaal te gaan)? [N 93 (1983)] || Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenmelker duivenliefhebber: doeveleefhöbber (Buchten), duivenmelker: doevemelker (Buchten) een persoon die duiven houdt alleen voor zijn plezier? [N 93 (1983)] || Hoe heet de persoon die duiven houdt om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenslag spijker: špikǝr (Buchten) Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.] I-6
duivin, vrouwelijke duif zij: zie (Buchten) wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig duizelig: duuzelig (Buchten), duzelig (Buchten) duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] III-1-2
dun sneetje brood dun schijfje: Syst. WBD  dun sjiefke (Buchten) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
durven dorren: dorre (Buchten) durven [SGV (1914)] III-1-4
duwen duwen: duuje (Buchten) duwen [SGV (1914)] III-1-2