19065 |
sip (kijken) |
kijken of hij er geen kan tellen:
ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!). ps. er staat aan het eind van deze zin een 3, maar ik denk dat deze hele zin 1 antwoord is?!
hê keek, of kŏster gein tèlle (L323p Buggenum),
pips kijken:
ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).
peeps kīēke (L323p Buggenum)
|
sip kijken [SGV (1914)]
III-1-4
|
17870 |
slaan |
houwen:
houwe (L323p Buggenum),
slaan:
sjloan (L323p Buggenum),
šlaon dich ŏm dien oëre (L323p Buggenum),
šlôân (L323p Buggenum)
|
ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)]
III-1-2
|
33390 |
slaapplaats van de knecht bij het vee |
paardsstalkamertje:
pē̜ ̞rstalkē̜ ̞mǝrkǝ (L323p Buggenum)
|
De ruimte in de paarde- of, zij het minder gebruikelijk, koestal waar de knecht slaapt. Een aantal benamingen betreffen meer het bed van de knecht dan de ruimte waar dat bed staat. Enkele benamingen verwijzen naar een hoger gelegen ruimte of naar de zolder boven de paarde- of koestal waar de knecht dan slaapt. [N 5A, 13b, 34e, en 59f; A 7, 32; R 3, 59; monogr.]
I-6
|
25342 |
slachten |
slachten:
šlaxtǝ (L323p Buggenum)
|
Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.]
II-1
|
17871 |
slag |
slag:
sjlaag (L323p Buggenum),
sjlêg (L323p Buggenum),
wats:
wats (L323p Buggenum)
|
muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] || slag, klap, stomp [SGV (1914)] || slagen (mv) [SGV (1914)]
III-1-2
|
24375 |
slak |
slak:
sjlek (L323p Buggenum, ...
L323p Buggenum)
|
slak [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)]
III-4-2
|
24377 |
slakkenhuis |
slakkenhuisje:
sjlekkenhuuske (L323p Buggenum)
|
slakkenhuisje [SGV (1914)]
III-4-2
|
18946 |
slecht mens, slechte kerel |
crapule (fr.):
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
krapūūl (L323p Buggenum)
|
galgenaas [SGV (1914)]
III-1-4
|
19355 |
slechtgehumeurd (zijn) |
onpatintig (< fr.):
ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).
ŏnpasiënsig (L323p Buggenum),
pruttelachtig:
ps. deels omgespeld volgens Frings.
prø͂ͅtel}echtig (L323p Buggenum)
|
gemelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
22344 |
slee |
slee:
sjlei (L323p Buggenum)
|
slede [SGV (1914)]
III-3-2
|