e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkeren vrijen: vrīēje (Buggenum) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vrīēje (Buggenum) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verklaren verklaren: verkloaren (Buggenum) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkleumd stijfkoud: stīēf kout wärre (Buggenum) verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verkoper verkoper: vĕrkuiper (Buggenum) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verlegen bleu: (met de e naklinkend).  blûû (Buggenum), schouw: (met de e naklinkend).  sjōē (Buggenum), verlegen: verlège (Buggenum) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: verleze (Buggenum, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen kapot maken: kepot make (Buggenum), kort en klein maken: kŏrt en klein (Buggenum), slaan: sjloan (Buggenum) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verschaald verschaald: verschoald (Buggenum) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verschillende knikkerspelen: nagooien nasteken: Opm. dit gebeurt met grote knikkers: de een tracht de knikker(s) van de ander te raken.  noastêke (Buggenum) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2