19179 |
verstandig |
verstandig:
versjtĕnnig (L323p Buggenum)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
achterste baktand:
echterste baktantj (L323p Buggenum)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
versjtøke (L323p Buggenum),
verstøktj (L323p Buggenum)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
18277 |
vest |
wambuisje:
ps. of mêmeeske? (is niet goed te lezen).
wêmuske (L323p Buggenum)
|
vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̜̄lǝ (L323p Buggenum)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie (L323p Buggenum),
koffiedrinken, het -:
kŏffie drinke (L323p Buggenum)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 à 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
25354 |
vijl |
vijl:
vīl (L323p Buggenum)
|
In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.]
II-12
|
24961 |
vijver |
wijert:
wijǝrt (L323p Buggenum)
|
Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.]
I-8
|
30793 |
vilder |
vilder:
veldǝr (L323p Buggenum)
|
Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.]
II-10
|
30794 |
villen |
villen:
velǝ (L323p Buggenum)
|
Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.]
II-10
|