e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig verstandig: versjtĕnnig (Buggenum) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies achterste baktand: echterste baktantj (Buggenum) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstuiken verstuiken: versjtøke (Buggenum), verstøktj (Buggenum) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
vest wambuisje: ps. of mêmeeske? (is niet goed te lezen).  wêmuske (Buggenum) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
veulen veulen: vø̜̄lǝ (Buggenum) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieruursboterham koffie, de -: koffie (Buggenum), koffiedrinken, het -: kŏffie drinke (Buggenum) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 à 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijl vijl: vīl (Buggenum) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12
vijver wijert: wijǝrt (Buggenum) Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8
vilder vilder: veldǝr (Buggenum) Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.] II-10
villen villen: velǝ (Buggenum) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10