| 17618 |
bovenlip |
bovenste lip:
boeuvelste lup (L323p Buggenum)
|
bovenlip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 19630 |
bovenverdieping |
bovenverdieping:
bōͅvəvərdēpeŋ (L323p Buggenum)
|
bovenverdieping [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 20807 |
braadworst |
braadworst:
braodwòrst (L323p Buggenum)
|
braadworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
| 18953 |
braaf |
braaf:
braaf (L323p Buggenum, ...
L323p Buggenum),
⁄t wicht is braaf (L323p Buggenum)
|
braaf [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)]
III-1-4
|
| 33653 |
braakland |
braakland:
brǭklanjtj (L323p Buggenum)
|
Stuk land of akker dat men één of meer jaren onbewerkt laat liggen alvorens het opnieuw te beploegen. [N 11, 6; N 27, 4b; N 27, 31; N 11A, 135; A 10, 4; A 33, 12; A 33, 14a; JG 1a, 1b, 2a, 2b, 2c; L 22, 13; L 1a-m; L 1u, 22; L 19b, 1a; S 4; Ale 253; monogr.]
I-8
|
| 33654 |
braakliggen |
braakliggen:
brǭklegǝ (L323p Buggenum)
|
Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.]
I-8
|
| 24501 |
braambes |
bramelten:
braomelte (L323p Buggenum),
broamelt (L323p Buggenum),
bramerten:
braomerte (L323p Buggenum)
|
braam^bes || braambes [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 33295 |
braambessen |
bramerten:
brǭmǝrtǝ (L323p Buggenum)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|
| 24474 |
braamstruik |
bramelten:
broamelte (L323p Buggenum),
brameltenstruik:
broameltestroek (L323p Buggenum)
|
braam (struik) [Roukens 03 (1937)] || braamstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 20788 |
braden |
braden:
broaje (L323p Buggenum)
|
braden [SGV (1914)]
III-2-3
|