e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

Gevonden: 1532
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonen huizen: hoeze (Buggenum), wonen: woône (Buggenum) huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1
woord woord: woard (Buggenum) woord [SGV (1914)] III-3-1
worstelen weren: Vgl. WNT sub weren (I): 13. Worstelen.  wêre (Buggenum) worstelen [SGV (1914)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Buggenum) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: [ ò + verkortingsboogje  wòrtel (Buggenum) wortel [SGV (1914)] III-4-3
wrat wrat: vrat (Buggenum) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef wreef: vrief (Buggenum), vrīēf (Buggenum) wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wroeten wroetelen: vreutele (Buggenum), vrø̄tǝlǝ (Buggenum) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
zaag zeeg: zē̜x (Buggenum) Snijwerktuig, dat bestaat uit een platte strook staal die aan één zijde van tanden voorzien is. De strook is bevestigd in een handvat of in een spanraam. Zie ook de lemmata ɛhandzaagɛ en ɛspanzaagɛ.' [S 45; L 8, 101; N 53, 1a; monogr.] II-12
zaaien zaaien: zɛ̄i̯ǝ (Buggenum) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4