e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

Gevonden: 1532
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jood jood: jōēt (Buggenum, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Buggenum), Opm. arm.  Joedas (Buggenum) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: juffer (Buggenum), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  jŏffer (Buggenum) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kaak kinnebak: kinnebak (Buggenum) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kø̜̄mǝ (Buggenum) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krèpkes (Buggenum) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaas kaas: ke͂e͂s (Buggenum) kaas [SGV (1914)] III-2-3
kaasjeskruid broodjes: brêûdjes (Buggenum), brø̄ǝtjǝs (Buggenum) kaasjeskruid, groot || Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.] I-5, III-4-3
kabouter aardmannetje: êrdmĕnke (Buggenum) kabouter [SGV (1914)] III-3-3
kachel, stoof stoof: štōͅf (Buggenum) kachel [SGV (1914)] III-2-1