e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

Gevonden: 1532
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kostganger kostganger: kostgĕnger (Buggenum) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
koud, mistig en somber weer donker (weer): dŏngkel wêr (Buggenum) donker [~ weer] [SGV (1914)] III-4-4
koude noordenwind, bijs de wind is onder: de windj is onger (Buggenum), koude wind: eine koaje windj (Buggenum) de wind zit in het noorden [SGV (1914)] || koude [een ~ wind] [SGV (1914)] III-4-4
kous: algemeen hoos: hoas (Buggenum) kous [SGV (1914)] III-1-3
kouter kouter: kǫu̯tǝr (Buggenum) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraan van de metalen gierton spruis/ sproes: šprūs (Buggenum) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kroenekraan: kroenekraan (Buggenum) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1
krabben kratsen: kratse (Buggenum) krabben [SGV (1914)] III-1-2
kramer kramer: krêêmer (Buggenum) kramer [SGV (1914)] III-3-1
krant gazet (<fr.): gezèt (Buggenum) krant [SGV (1914)] III-3-1