e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

Gevonden: 1532
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naad naad: nǭt (Buggenum) Verbinding die ontstaat bij het aanelkaarnaaien van twee stukken van een stof (Van Dale, pag. 1769). [Wi 5; S 25; Gi 1.IV, 14] II-7
naaien naaien: nē̜jǝ (Buggenum), nɛjǝ (Buggenum) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naakt naaks: naaks (Buggenum) naakt [SGV (1914)] III-1-3
naald naald: nǭltj (Buggenum) De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.] II-7
naar de kerk naar de kerk: noa de kèrk (Buggenum) naar [~ de kerk] [SGV (1914)] III-3-3
naar huis gaan heimwaarts gaan: heivers gaon (Buggenum) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Buggenum) nachtegaal [SGV (1914)] III-4-1
nadeel nadeel: noadeil (Buggenum) nadeel [SGV (1914)] III-1-4
nagel nagel: nagel (Buggenum) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) kruitnagel: krōētnagel (Buggenum) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] III-2-1