e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buvingen

Overzicht

Gevonden: 871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peettante paat: póët (Buvingen) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2
penis van de stier prik: prek (Buvingen) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
perzik peetsel: pedsəl (Buvingen), pjersel: pêasel (Buvingen) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
pet: algemeen klak: klak (Buvingen) pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie petersel: pētərsil (Buvingen), pitərsel (Buvingen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul, dop (znw) schulp: sxøͅləp (Buvingen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: poͅulə (Buvingen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulerwten bet de schulp: beͅdəsxøͅləp (Buvingen) [Goossens 1b (1960)] I-7
pijn pijn: pɛ:n (Buvingen) pijn [RND] III-1-2
pikbinder zichtmachine: zix[machine] (Buvingen) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4