20562 |
brandewijn |
cognac:
konjak (Q095a Caberg)
|
brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24306 |
brasem |
brasem:
WBD/WLD
de briesem (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18392 |
bretel |
help:
hulepe (Q095a Caberg)
|
bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19245 |
broeden |
uitbroeden:
oetbreuje (Q095a Caberg)
|
ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18197 |
broek: algemeen |
broek:
brook (Q095a Caberg)
|
broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24913 |
broekland, moeras |
moeras:
m⁄ras (Q095a Caberg)
|
moeras [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
18423 |
broekspijp |
broekspijp:
brookspiepe (Q095a Caberg)
|
pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18309 |
broeksriem |
broekband:
brookband (Q095a Caberg)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
vottentas:
vottetès (Q095a Caberg)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
tas:
tès (Q095a Caberg)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|