20335 |
broer |
broer:
broer (Q095a Caberg)
|
broer [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
24948 |
bron |
bron:
bron (Q095a Caberg)
|
bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20769 |
brood |
brood:
broed (Q095a Caberg)
|
brood [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
23221 |
bruidje in de processie |
bruidje:
e bruudje (Q095a Caberg)
|
Bruidje in de processie. [N 07 (1961)]
III-3-3
|
20390 |
bruiloft |
bruiloft:
de broelof (Q095a Caberg)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21573 |
brutaal |
astrant:
astrant (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg),
onbeschaamd:
oonbesjeemp (Q095a Caberg)
|
geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)] || zeer onbeschaamd, zeer brutaal [astrant, ekstrant, onbeschoft] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25116 |
bui, regenbui |
schoer:
sjoor (Q095a Caberg)
|
regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20455 |
buitenechtelijk kind |
basterd:
basterd (Q095a Caberg)
|
een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18523 |
buitenzak op een jas |
jassentas:
jassetes (Q095a Caberg)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21349 |
bullebak |
boeba:
vgl. Maastricht Wb. (pag. 41): boeba, boeman, bietebauw.
boeba (Q095a Caberg)
|
iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)]
III-3-1
|