18678 |
kraag van een kraagmantel |
pelerine (<fr.):
pellerien (Q095a Caberg)
|
kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18372 |
krakende schoen |
kraakschoen:
kraaksjeun (Q095a Caberg)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezèt (Q095a Caberg)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24954 |
kreek, stilstaand water |
poel:
pool (Q095a Caberg)
|
kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18107 |
krentenbaard |
krentenbaard:
krentebaard (Q095a Caberg)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18224 |
kreukel |
kronkel:
kreunkel (Q095a Caberg)
|
ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
verkronkelen:
verkreunkele (Q095a Caberg)
|
zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18875 |
kreunen |
kermen:
kerme (Q095a Caberg),
kreunen:
kreune (Q095a Caberg),
kuimen:
köime (Q095a Caberg)
|
een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17994 |
kreunen van de pijn |
kermen:
kerme (Q095a Caberg),
kreunen:
kreune (Q095a Caberg),
kuimen:
kĕŭme (Q095a Caberg)
|
Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24893 |
kreupelhout |
onderhout:
WBD/WLD
oonderhout (Q095a Caberg),
uitspringsel:
WBD/WLD
oetspringsel (Q095a Caberg)
|
Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)]
III-4-3
|