19297 |
lastig (werken) |
lastig:
léstig (Q095a Caberg),
zwaar:
zwoer (Q095a Caberg)
|
niet zonder moeite of inspanning volbracht of afgedaan kunnend worden, niet gemakkelijk [difficiel, delicaat, ongemakkelijk, onklaar, zwaar moeilijk] [N 85 (1981)] || zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19031 |
lastig kind |
lastig kind:
e lestig kind (Q095a Caberg),
verwend stuk:
e verwind stök (Q095a Caberg)
|
een kind met een lastig karakter [nest, bernuizig kind, erg] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19289 |
lastig zijn |
klierig zijn:
kleeretig zien (Q095a Caberg),
tergen:
terrege (Q095a Caberg),
vervelen:
verveele (Q095a Caberg)
|
tot last zijn, kwelling veroorzaken [vervelen, klieren, sarren, tergen, hengelen, kneuten, kneuteren, donderjagen, moesjanken,vernooien, verleden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21812 |
lastigvallen |
lastigvallen:
[spelling: aaneen, zie lijst De Dubbele Duizend Dicteewoorden, Onze Taal op Internet]
lestig valle (Q095a Caberg),
plagen:
plaoge (Q095a Caberg)
|
iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25226 |
lauw weer |
laf (weer):
laf waer (Q095a Caberg)
|
loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18356 |
lederen pantoffel |
slof:
slòffe (Q095a Caberg)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20953 |
leeg, gezegd van een noot |
doof:
WBD/WLD
douf (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg)
|
leeg, gezegd van een noot waar niets in zit (leeg, doof, loos). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
lèèg (Q095a Caberg)
|
leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
18920 |
leegloper |
vuilwammes:
vòèlwammes (Q095a Caberg)
|
een persoon die zonder iets te verrichten en zonder bezigheden rondloopt [leuteraar, leegloper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19365 |
leep, doortrapt |
schlau (du.):
sjlouw (Q095a Caberg)
|
zeer bedreven in het kwaad of in het kwaaddoen en daarbij zeer sluw [slim, glad, hel, leep, doortrapt] [N 85 (1981)]
III-1-4
|