17984 |
mankeren |
mankeren:
mankeere (Q095a Caberg),
schelen:
sjeele (Q095a Caberg)
|
Mankeren: mankeren, schelen (schelen, mankeren, het hebben). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24205 |
mannelijke eend, woerd |
wenderik:
winderik / pielepiele (Q095a Caberg)
|
woerd: mannelijke eend. Hoe roept men eenden? [GV K (1935)]
III-4-1
|
19960 |
mannelijke hond, reu |
mannetje:
WBD/WLD
menneke (Q095a Caberg),
rekel:
WBD/WLD
rekel (Q095a Caberg),
reu:
WBD/WLD
reu (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
18673 |
mannenkleren |
manskleren:
manskléjer (Q095a Caberg)
|
mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18585 |
mannenonderhemd |
lijfje:
lijfke (Q095a Caberg)
|
onderhemd voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
mantelpakje:
mantelpekske (Q095a Caberg)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24945 |
marmer |
mergel:
(ook wel: melleger!).
mergel (Q095a Caberg)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
a marbele beeld (Q095a Caberg)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
24350 |
marter |
fluwijn:
WBD/WLD
fleweijn (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18414 |
matrozenpakje |
communiepakje:
eigen spellingsysteem soms ook wel -
kemuniepèkske (Q095a Caberg)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|