e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijshout, bonenstaak erwtrijs: ertriezer (Caberg) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] I-7
ringvinger ringvinger: ringvinger (Caberg) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1
rode aalbes wiemelen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  ’n wiemel (Caberg) aalbes [N 82 (1981)] I-7
rode bosbes bosbes: WBD/WLD  bosbes (Caberg), moelber: WBD/WLD  moeleber (Caberg), molber: WBD/WLD  molleber (Caberg) De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)] III-4-3
roepen roepen: roape (Caberg) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roest roest: ros (Caberg) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roezemoezen roezemoezen: Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen.  roezemoeze (Caberg) druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1
roodvonk roodvonk: roedvoonk (Caberg) Roodvonk: epidemische, zeer besmettelijke ziekte waarbij het lichaam overdekt wordt met rode vlekken (roodjong, plan, St. Antonisvuur). [N 84 (1981)] III-1-2
rookvlees rookvlees: röökvleis (Caberg) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
roos (rode uitslag) roos: roes (Caberg) huiduitslag, Rode ~ met jeuk (roos, bresil, zomerbrand). [N 84 (1981)] III-1-2