e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volière vogeltjeskooi: vuggelkesköj (Castenray) vogelkooi III-2-1
volwassen, volgroeid groot: groeët (Castenray), volwassen: volwâsse (Castenray) volwassen || volwassen, volgroeid III-2-2
voogd mom: mòm (Castenray), momber: mòmber (Castenray), mòmboor (Castenray), mòmmer (Castenray), mòntboor (Castenray) voogd III-2-2
voor de gek houden beziebelen: beziebele (Castenray), kloten: kloeëte (Castenray), kullen: kulle (Castenray), kölle (Castenray), verneuken: verneuke (Castenray) bedotten, bij de neus nemen || bedotten, foppen, voor de gek houden || foppen, bedriegen || te pakken nemen, foppen || voor de gek houden, foppen, bedriegen III-1-4
voorloper voorloper: vørlyǝpǝr (Castenray) Zware, 45 tot 60 cm lange schaaf met of zonder keerbeitel en met een handvat, die wordt gebruikt om grote stukken hout ruw te bewerken. Zie ook afb. 35. In Herten (L 330) werd als voorloper een reischaaf gebruikt waarin geen keerbeitel was bevestigd. [N 53, 60; N G, 34a-b; monogr.] II-12
voornemen voornemen: vurneme (Castenray) voornemen III-1-4
voornemens zijn zijn eigen voornemen: zien aege vurneme (Castenray) zich voornemen III-1-4
voorslaan voorslaan: vø̜rslǭn (Castenray) Met de voorhamer het gloeiende metaal smeden. Dit werk wordt door de smidsknecht gedaan. Hij houdt daarbij de steel van de voorhamer met beide handen vast en slaat op plaatsen van het werkstuk die hem door de smid worden aangewezen. [monogr.; N 69, add.] II-11
vork verket: deel van het verstek  verkét (Castenray), vork: deel van het bestek  vörk (Castenray) vork III-2-1
vorstvrij vorstvrij: vaorstvreej (Castenray), vaorsvreej (Castenray) beschermd tegen temperaturen onder de 0 graden III-4-4