e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver dwarsklepel: dwersklippel (Castenray), dwarsknuppel: dwersknippel (Castenray), dwarskop: dwerskop (Castenray), warsdrijver: wérsdriēver (Castenray), warskop: werskop (Castenray), wérskop (Castenray) dwarsdrijver || dwarsdrijver, stijfkop || weerbarstig persoon || weersbarstig persoon III-1-4
dweil dweil: dwael (Castenray) dweil III-2-1
dweilen aandweilen: ándwaele (Castenray), dweilen: dwaele (Castenray) aandweilen || dweilen, schoonmaken met een dweil III-2-1
dwingen dwingen: dwinge (Castenray) dwingen III-1-4
echtgenoot echtgenoot: aechtgenoeët (Castenray), J(onger) V(enraays)  echtgenoeët (Castenray), mens: meens (Castenray), miene meens (Castenray) echtgenoot || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] || man, echtgenoot III-2-2
echtgenote mens: meens (Castenray), vrouw: mien vrow (Castenray), vrow (Castenray), òs vrow (Castenray), vrouwtje: vrowke (Castenray) echtgenote || echtgenote (mijn -) || echtgenote; liefkozend || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] || vrouw, echtgenote III-2-2
eekhoorn eekpoes: inkpoēs (Castenray) eekhoorn III-4-2
een borrel drinken proeven: Dur te veul gepruËf verdwien t höj uut de ruËf: drank leidt tot armoede  gepruūf (Castenray), tutteren: Mienen oeëme haaj wer go‰d getutterd  tuttere (Castenray), wippen: As klötje wipte hij enne goeje òp en àf vur speules, már nòw hij groeët is wipt hij ze liever aachteraover  wippe (Castenray) borrel drinken || drinken van borrels || het drinken van een borrel III-2-3
een dak beschieten beschieten: bǝsxītǝ (Castenray) Een houten beschot op de gordingen aanbrengen. [N 54, 174b; monogr.] II-9
een ei tuutei: tȳtei̯ (Castenray) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12