19691 |
handdoek |
handdoek:
hânddoēk (L245a Castenray)
|
handdoek
III-2-1
|
27222 |
handlanger |
opperman:
upǝrman (L245a Castenray)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
29922 |
handlangeren |
opperen:
upǝrǝ (L245a Castenray)
|
De metselaar helpen bij zijn werkzaamheden door onder meer metselstenen aan te dragen en mortel klaar te maken. [N 30, 2b; N 30, 2c; monogr.]
II-9
|
31440 |
handschaar |
draadscheer:
drǭtsxiǝr (L245a Castenray),
platenscheer:
plātǝsxīǝr (L245a Castenray)
|
In het algemeen een handschaar voor het knippen van plaatmateriaal, banden, draad, etc waarmee vooral een rechte snede wordt gemaakt. Zie ook het lemma "handschaar voor boogvormige sneden". Voor zover door de informant opgegeven, wordt achter de betreffende plaatscode met behulp van een letter verwezen naar de verschillende scharen uit afb. 137. [N 33, 244; N 33, 265; N 64, 3a; N 66, 4a; monogr.]
II-11
|
19566 |
handveger, stoffer |
handveger:
hândvaeger (L245a Castenray, ...
L245a Castenray),
stofveger:
stofvaeger (L245a Castenray),
veger:
vaeger (L245a Castenray)
|
handveger || stoffer
III-2-1
|
25056 |
handvol |
handjevol:
haendjevol (L245a Castenray)
|
handvol, zoveel als een hand vult
III-4-4
|
30214 |
hanebalk |
scheerbalk:
sxęrbalǝk (L245a Castenray)
|
De doorgaans dubbel uitgevoerde horizontale balk die de spantbenen met elkaar verbindt. Om het doorzakken van de hanebalk te voorkomen wordt aan de bovenzijde ervan de makelaar gemonteerd. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Makelaar' en afb. 49l. [N 54, 165a; N 54, 165b; monogr.; div.]
II-9
|
19373 |
hangslot |
kluister:
kluuster (L245a Castenray),
Zit \'t kloester òp de port
kloester (L245a Castenray)
|
hangslot
III-2-1
|
25147 |
hard waaien |
houwmouwen:
haowmaowe (L245a Castenray)
|
hevig waaien met draaiende windstoten
III-4-4
|
20797 |
haring |
haring:
herring (L245a Castenray),
ennen uutgedruuëgden herring: een saaie jongen/man die niets zegt Herring of koet: of het een of het ander
herring (L245a Castenray),
maatjesharing:
mötjesherring (L245a Castenray)
|
haring || maatjesharing
III-2-3
|