e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffie zetten opschudden: òpschudde (Castenray) koffie zetten III-2-3
koffiedik drats: drats (Castenray), koffiedrats: Dat hit geld gekaost, zeej de vrouw tigge de jòng, en toew goot zij m de koffiedrats ien zien tas  koffiedrats (Castenray) koffiedik III-2-3
koffieloodje koffielood: koffieloeëd (Castenray) metalen kokertje voor het afmeten van de hoeveelheid koffie die hier en nu nodig is om de gewenste sterkte te verkrijgen III-2-1
koffiepot koffietuit: koͅfitø͂ͅt (Castenray) koffiekan III-2-1
koken (intr.) zieden: zieje (Castenray) koken III-2-3
koken (tr.) koken: Lót zoeë iemes ie zien aege vet gaar koke De kok kòkt nor aege moond en as ge t niet lust, dan lekt òw koont  koke (Castenray) koken III-2-3
kolblei bliek: bliek (Castenray), puinoog: päönoeëg (Castenray) blei (vis) || kolblei (vis) III-4-2
kolengruis kolengruis: kole gruus (Castenray), kolegruus (Castenray) Hoe noemt u het gruis van kolen? [N 104 (2000)] || kolengruis III-2-1
kolenkit helmkit: helmkit (Castenray), kolenbak: kolenbák (Castenray), kolentoot: koletoēt (Castenray) kolenbak || kolenkit || soort kolenkit, dikwijls van koper III-2-1
kolenschop kolenschup: koleschup (Castenray) Hoe noemt u het werktuig om kolen enz. langs het keldergat in te doen (breed en aan een zijde afgerond)? (schop, troefel, kolenschup) [N 104 (2000)] III-2-1