e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pralerij gestuit: jesjtuut (Chèvremont) opschepperij III-1-4
preekstoel predikstoel: predichsjtool (Chèvremont) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prei breedloof: breed’loof (Chèvremont), porrei: per’ree (Chèvremont) prei I-7
pret, schik joeks: joeks (Chèvremont), spa (du.): sjpas (Chèvremont) lol || pret, plezier, grap III-1-4
pretmaker jux-broer (< du.): joeks’broor (Chèvremont) pretmaker III-1-4
priesterkoor koor: koeër (Chèvremont) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
produktiegereed vaardig: vēǝdex (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198] II-5
proeven proeven: prø̄və (Chèvremont) proeven III-2-3
profiteren profiteren: profietere (Chèvremont) profiteren III-1-4
promotie maken bevorderd werden: bǝvøǫrdǝrt wēǝdǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003] II-5