27872 |
propschoten |
propschoten:
prǫpšø̜s (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Wilhelmina])
|
Schoten die de prop wegschieten, maar die wat het gesteente betreft zonder uitwerking blijven. [N 95, 441; monogr.; Vwo 404]
II-5
|
19775 |
provisiekast |
broodschap:
brūətšāf (Q121a Chèvremont)
|
broodkast, gedeelte van de keuken waarin het brood bewaard werd
III-2-1
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
vliegenschap:
vleͅi̯əšāf (Q121a Chèvremont)
|
vliegenkast
III-2-1
|
20911 |
pruim |
bakpruim:
bak’proem (Q121a Chèvremont),
eierpruim:
ai’erproem (Q121a Chèvremont),
pruim:
proem (Q121a Chèvremont),
reine claude (fr.):
reine claude
ringelot’te (Q121a Chèvremont)
|
bakpruim || eierpruim || pruim || pruim, soort
I-7
|
20568 |
pruimen |
sjieken:
sjiek’ke (Q121a Chèvremont)
|
pruimen
III-2-3
|
33574 |
pruimenboom |
pruimenboom:
proe(m)’meboom (Q121a Chèvremont)
|
pruimeboom
I-7
|
20834 |
pruimenvlaai |
pruimenvladem:
proemmevlaam (Q121a Chèvremont),
Sjwatse proem¯mevlaam
proe’mevlaam (Q121a Chèvremont),
Verklw. proemmevleëmsje
proem’mevlaam (Q121a Chèvremont)
|
pruimenvlaai || pruimevlaai
III-2-3
|
28207 |
pruimtabak |
sjiek:
šik (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Tabak die geschikt is om gepruimd te worden. De mijnwerker gebruikte pruimtabak ondergronds ter vervanging van de sigaret. Volgens Dieteren 1984 (pag. 60) stopten de mijnwerkers in het begin van de Limburgse mijnbouw pruimtabak achter hun kiezen als bescherming tegen het gevaarlijke stof. [N 95, 965]
II-5
|
18926 |
prutsen |
broddelen:
brod’dele (Q121a Chèvremont),
fiemelen:
fieë’mele (Q121a Chèvremont),
fisternllen (rh.):
fiesternöl’le (Q121a Chèvremont),
foemelen:
foe’mele (Q121a Chèvremont),
frikkelen:
friek’kele (Q121a Chèvremont),
fritsen:
friet’se (Q121a Chèvremont),
hoddelen:
hod’dele (Q121a Chèvremont),
klommelen:
cf. Schuermans p. 256 s.v. "klommel"afl. "klommelen""den tijd met beuzelarijen overbrengen, niets goeds verrichten
kloe’mele (Q121a Chèvremont),
klungelen:
klung’ele (Q121a Chèvremont),
murksen (du.):
mórk’se (Q121a Chèvremont),
prossen:
pro’sje (Q121a Chèvremont)
|
broddelen || klungelen || klungelen, prutsen || ondeskundig werken || prutsen
III-1-4
|
18908 |
prutser |
hanskasper:
hanskas’per (Q121a Chèvremont),
inne hanskasper (Q121a Chèvremont),
klommelaar:
klu’meler (Q121a Chèvremont),
klommelskerel:
kloe’melskeël (Q121a Chèvremont)
|
een klungelaar || klungelaar || prutser
III-1-4
|