e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prutswerk broddelswerk: brod’delswerk (Chèvremont), gehoddel: jehod’del(s) (Chèvremont), gehoddels: jehod’del(s) (Chèvremont), geschuster (< du.): jesjoes’ter (Chèvremont), hoddelswerk: hod’delswerk (Chèvremont), klngelei (du.): klungelij’ (Chèvremont), klungelswerk: klun’gelswerk (Chèvremont), knoddelswerk: knoed’delswerk (Chèvremont), murks (du.): mórks (Chèvremont), pfusch-kraam: foesj’kroam (Chèvremont), pfusch-werk: foesj’werk (Chèvremont) broddelwerk, slecht werk, knoeiwerk || gepruts, knoeiwerk || minderwaardig werk || ondeugdelijk werk || prutswerk || slordig uitgevoerd werk III-1-4
pudding podding: boed’dieng (Chèvremont) pudding III-2-3
pungel kuiltas: kultɛš (Chevremont  [(Julia)]   [Zolder]) De tas of samengeknoopte handdoek waarin de mijnwerker zijn spullen naar de mijn meeneemt. Volgens een informant van Q 121 vormen een broek, jasje, hemd, sokken, halsdoek en stukje klokzeep, samengebonden in een blauw geruite handdoek, de pungel. De "sneebors" uit K 361 is een speciale broodzak, een tas die alleen voor boterhammen wordt gebruikt. [N 95, 69; monogr.; Vwo 124; Vwo 579] II-5
punt, stip tip: tiep (Chèvremont), tippel: tiep⁄pel (Chèvremont) punt, stip III-4-4
putter distelvink: dis’telvink (Chèvremont), vlasvink: Naar BS 252 geinterpreteerd als putter (JK)  vlaas’vink (Chèvremont) distelvink || vlasvink III-4-1
pyjama pyjama {pijama}: pieama (Chèvremont) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raad raad: road (Chèvremont) raad III-1-4
raadsel raadsel: röad’sel (Chèvremont) raadsel III-1-4
raam raamwerk: rāmwɛrk (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]), venster: venstǝr (Chevremont  [(+)]  ) Ondersteuning, bestaande uit twee stijlen, een kap en een vloerbalk. [N 95, 315; monogr.] || Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-5, II-9
raapstelen stelen: sjtieël (Chèvremont) raapstelen I-7