19894 |
slot |
slot:
šlǫs (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Eisden]),
šlǭs (Q121a Chevremont)
|
Onderdeel van een inschuifbare, metalen stijl. Het slot vormt de verbinding tussen de onder- en de bovenstijl en veroorzaakt, wanneer het is vastgezet, een wrijvingsweerstand die groter wordt naarmate de bovenstijl verder in de onderstijl schuift. [N 95, 310; monogr.] || Toestel dat als sluiting op deuren wordt aangebracht, waarbij door middel van een sleutel een schoot of tong wordt uitgeschoven die in een gat in de stijl van het kozijn valt. [N 54, 94b; L 6, 73a; S 33; monogr.]
II-5, II-9
|
18630 |
sluier |
voile (fr.):
vooil (Q121a Chèvremont)
|
sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18542 |
sluitklep |
klep:
klep (Q121a Chèvremont)
|
klep van een broek met sluitklep aan de voorkant [bokseslaag, presenteerblad] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32543 |
sluitmand |
sluitmandel:
šlūsmaŋǝl (Q121a Chevremont)
|
In het algemeen een uit wissen gevlochten mand met een deksel. [N 40, 109; monogr.]
II-12
|
20491 |
slurpen |
lepsen:
D¯r hónk lepsjet ¯t janse kumpsje leëg
lep’sje (Q121a Chèvremont)
|
slurpen
III-2-3
|
20601 |
smaken |
smaken:
Los ¯t diech sjmaa¯che
sjmaa’che (Q121a Chèvremont)
|
smaken
III-2-3
|
20490 |
smakken |
pletsen:
plets’je (Q121a Chèvremont),
smakken:
Sjmak nit zoeë bij ¯t èse
sjmak’ke (Q121a Chèvremont)
|
smakken
III-2-3
|
27689 |
smeerder |
smerer:
šmiǝrǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Eisden])
|
Wagensmeerder. [N 95, 153]
II-5
|
18978 |
smeerpoes |
dreksemmer:
dreks’emmer (Q121a Chèvremont),
dreksvarken:
dreks’verke (Q121a Chèvremont),
drekszak:
dreks’zak (Q121a Chèvremont),
kniesbuil:
knies’bül (Q121a Chèvremont)
|
smeerpoes
III-1-4
|
30469 |
smetlijn |
snoerkoord:
šnōrkǫat (Q121a Chevremont)
|
Met een kleurstof ingestreken stuk touw dat gebruikt wordt om een rechte lijn af te tekenen op bijvoorbeeld een te zagen stuk hout. Het strakgespannen touw wordt daartoe in het midden opgetild en vervolgens weer losgelaten. Op deze wijze verkrijgt men een rechte lijn op het hout. De smetlijn wordt zowel door de timmerman als door de houtzager gebruikt. Zie ook het lemma ɛsmetlijnɛ in Wld II.9, pag. 161/215.' [N 50, 20a; monogr.]
II-12
|