e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tunnelondersteuning tunnelbouw: tønǝlbǫw (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Ondersteuning, bestaande uit twee ongeveer 4 m lange stijlen waarvan de bovenste helft gebogen is met een straal van 1.50 m. De gebogen einden van de stijlen worden met een paar zware lasplaten en bouten aan elkaar verbonden. De tunnelondersteuning wordt toegepast op plaatsen waar de gewone jukondersteuning niet toereikend is. [N 95, 342] II-5
tweede luiden voor de mis de klokken luiden: de klokke loeë (Chèvremont) Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
tweeling tweeling: tswieëling (Chèvremont) tweeling III-2-2
twijg, jonge tak vits: viets (Chèvremont) twijg III-4-3
ui, ajuin un-lauch: ul’lieg (Chèvremont) ui I-7
uit de as gezeefde kolen ringelskolen: reŋəlskoͅalə (Chèvremont) uit de as gezeefde kolen III-2-1
uitbetaling van loon ausgang: awsja.ŋk (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Het loon kan per dag, om de veertien dagen of om de maand uitbetaald worden. In dit lemma komen algemene benamingen voor de uitbetaling van loon voor maar ook benamingen die specifiek duiden op een veertiendaagse uitbetaling of een maandelijkse. Het woordtype "quinzaine" kan naast een veertiendaagse uitbetaling ook wel het loon aanduiden dat om de maand betaald wordt. [N 95, 973; N 95, 975; N 95, 28; monogr.; Vwo 168; Vwo 171; Vwo 416; Vwo 437; Vwo 578; Vwo 590] II-5
uitdenken bedenken: bedin’ke (Chèvremont), uitdenken: oes’dinke (Chèvremont) bedenken || uitdenken III-1-4
uittrekkende schacht, uitstromingsschacht uittrekkende schacht: ūstrɛkǝndǝ [schacht] (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) De schacht waarlangs de verbruikte lucht het ondergronds gedeelte van de mijn verlaat. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Intrekkende Schacht en Luchtstroom. De fonetische documentatie van het woord (schacht) vindt men in het lemma Schacht. [N 95, 206; monogr.] II-5
uitzetten uitzetten: ūszɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]  , ... [Domaniale]  [Domaniale, Wilhelmina]) Gezegd van het dak, wanneer het doorbuigt door de druk van bovenaf. [N 95, 491; monogr.] || In het ondergrondse gedeelte van de mijn de plaats aangeven waar een nieuwe verdieping, steengang, galerij, enz. moet worden aangelegd. [N 95,382; N 95,174; monogr.] II-5