24459 |
bunzing |
iltis:
iel’ties (Q121a Ch?vremont),
vuur:
vuur (Q121a Ch?vremont)
|
bunzing
III-4-2
|
18588 |
bustehouder: spotnamen |
memmenstieper:
memmestieper (Q121a Chèvremont)
|
bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20865 |
cacao |
cacao:
kakau’ (Q121a Chèvremont)
|
cacao
III-2-3
|
23398 |
calvarieberg op het kerkhof |
christuskruis:
kristus krüts (Q121a Chèvremont)
|
De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanəpiə (Q121a Chèvremont),
sofa:
zōfa (Q121a Chèvremont)
|
canapé || sofa
III-2-1
|
29989 |
cement |
cement:
tsǝ`mɛnt (Q121a Chevremont)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
19780 |
centrale verwarming |
heizung (d.):
hai̯tsuŋ (Q121a Chèvremont)
|
centrale verwarming
III-2-1
|
20837 |
cervelaatworst |
belster:
bel’ster (Q121a Chèvremont),
plokworst:
blok’woeësj (Q121a Chèvremont),
blókwōēsj (Q121a Chèvremont)
|
cervelaatworst || plokworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjajreng’ (Q121a Chèvremont)
|
chagrijn
III-1-4
|
20821 |
chocolade |
chocolade:
sjokkelaad’ (Q121a Chèvremont)
|
chocolade
III-2-3
|