e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemene vrouw loeder: loe’der (Chèvremont), tang: verklw. tsenke  tsang (Chèvremont) loeder || venijnige vrouw III-1-4
gereed gereed: jereed’ (Chèvremont), paraat: paraat (Chèvremont), vaardig: veë’dieg (Chèvremont) gereed, klaar || klaar, gereed III-1-4
gereedschap getuig: jǝtsøx (Chevremont  [(Julia)]   [Eisden]) Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.] II-5
gereedschap inleveren [gereedschap] inleveren: eliǝvǝrǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724] II-5
gereedschapskist getuigskist: jǝtsyxskes (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.] II-5
gereedschapsmagazijn getuigmagazijn: jǝtsøxmajǝzīn (Chevremont  [(Julia)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727] II-5
gereedschapsring getuigshaak: jǝtsøxshoǝk (Chevremont  [(Julia)]   [Winterslag, Waterschei]) Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.] II-5
gereedschapswerkplaats bankwerkersplaats: baŋkwerkǝrsplāts (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Bovengrondse werkplaats waar gereedschap wordt hersteld. [N 95, 728] II-5
gering aantal, een paar koppel: kóp⁄pel (Chèvremont), paar: paar (Chèvremont), satz (du.): zats (Chèvremont) paar, stel van twee III-4-4
geslachtsgemeenschap hebben een nummer maken: enne nommer maachen (Chèvremont), poppen: poppen (Chèvremont), póp’pe (Chèvremont) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] || neuken III-2-2