25266 |
halve mud, maat van 500 liter |
scheffel:
sjef⁄fel (Q121a Chèvremont)
|
mud (half)
III-4-4
|
25261 |
halve pint, kwart liter, maat |
schop:
sjob(⁄be) (Q121a Chèvremont)
|
kwart liter
III-4-4
|
20820 |
ham, hesp |
schink:
Jereuchde sjink Jekaochde sjink Rüe sjink
sjink (Q121a Chèvremont)
|
ham
III-2-3
|
31934 |
handboor, fretboor |
fretboor:
frɛt˱bōr (Q121a Chevremont)
|
Een kleine boor met een handgreep en met scherpe schroefdraad, die met één hand wordt rondgedraaid. Zie ook afb. 78. De handboor heeft als handvat ofwel een houten dwarsstukje, ofwel een rondgebogen metalen greep. Hij wordt gebruikt om gaten voor te boren en op plaatsen waar men met de omslagboor niet kan werken. [N 33, 132; N 53, 160b; N 53, 168; monogr.]
II-12
|
19691 |
handdoek |
handdoek:
hant˂dox (Q121a Chèvremont),
hant˱dux (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Wilhelmina])
|
De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.] || handdoek
II-5, III-2-1
|
28156 |
handhamer |
handhamer:
haŋkhamǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
vuisthamer:
vūshamǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
[N 95, 742; monogr.]
II-5
|
18906 |
handig |
bedreven:
bedrè’ve (Q121a Chèvremont)
|
bedreven, handig
III-1-4
|
34566 |
handkar |
handkar:
hantkęr (Q121a Chevremont)
|
Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.]
I-13
|
28211 |
handlamp |
elektrische kuilpot:
ęlɛktrišǝ kulpǫt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.]
II-5
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hantlɛŋǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Domaniale]
Q121a Chevremont),
opperman:
ǫpǝrman (Q121a Chevremont
[(idem)]
)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] || Niet-geschoolde arbeider die in de mijn meehelpt bij o.a. het vervoer. [N 95, 154]
II-5, II-9
|