e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lampetstel lampet: lampɛt (Chèvremont) wasstel van porselein of aardewerk III-2-1
landauer landauer: landǫwǝr (Chevremont), lɛndawǝr (Chevremont) Vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijk neerklapbare voor- en achterkap. Tegenwoordig wordt het nog wel eens als bruidswagen gebruikt. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 13; N G, 51; L 27, 33; monogr.] I-13
lange broek lange boks: lang boks (Chèvremont) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange onderbroek? lange onderboks: lang ongerbóks (Chèvremont) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange tijd toer: doer (Chèvremont) tijdsruimte III-4-4
langspijler langspijler: laŋs[pijler] (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler die in de hellingsrichting van de koollaag ligt. Voor de fonetische documentatie van de woorddelen -(pijler), -(streb) en -(taille) zie men het lemma Pijler. [N 95, 479; N 95, 286] II-5
langwerpig wittebrood oberlnder (du.): o’berlender (Chèvremont) wittebrood III-2-3
langzaam, traag langzaam: lank⁄saam (Chèvremont), traag: troag (Chèvremont, ... ) langzaam, traag || traag III-4-4
lantaarn lantaarn: lantēr (Chèvremont) lantaarn III-2-1
lastig kind poetzak: poet’zak (Chèvremont) lastig kind III-1-4