17837 |
toer |
dutje:
toer (L217p Meerlo),
dwaze streek:
enne toer (Q077p Hoeselt),
toer (L364p Meeuwen),
toere (P219p Jeuk),
gril:
ook materiaal znd 29, 16
toeren (P218p Borlo, ...
K315p Oostham,
P056p Stokrooie),
toerë (L422p Lanklaar),
tø͂ͅrə (P115p Duras),
halssnoer:
toer (L271p Venlo),
tōēr (L271p Venlo),
lange tijd:
doer (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
enen toer (Q021p Geleen),
n toer (L382p Montfort),
toer (Q102p Amby, ...
L300p Beesel,
L428p Born,
L360p Bree,
Q035p Brunssum,
Q071p Diepenbeek,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q039p Hoensbroek,
Q203b Ingber,
L321a Ittervoort,
P219p Jeuk,
Q016p Lutterade,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L424p Meeswijk,
L382p Montfort,
L433p Nieuwstadt,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q015p Stein,
L432p Susteren,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach),
toēr (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
toor (Q201p Wijlre),
toër (Q039p Hoensbroek),
tōēr (L417p As, ...
Q113p Heerlen,
Q109p Hulsberg,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q196p Mheer,
L432p Susteren),
tūr (L414p Houthalen),
ty.r (L364p Meeuwen),
tôêr (Q098p Schimmert),
(bij slapen).
toer (L210p Venray),
m.
tu.ər (Q202p Eys),
manier:
toer (K318p Beverlo),
pijl van een boog:
tuǝr (L265p Meijel),
tūr (L320a Ell, ...
L318b Tungelroy),
ronde:
tūr (Q071p Diepenbeek),
schudgotentoer:
toer (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Emma]),
sprong:
tūr (Q003p Genk),
stronk van een struik:
toe-r (L322a Nunhem),
toer:
tūr (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L246p Horst,
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L266p Sevenum,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L214p Wanssum),
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen:
toer (L269a Hout-Blerick, ...
L210p Venray),
witte muts met linten:
toer (L216p Oirlo),
toêr (L269b Boekend),
witte muts met sierkrans en afhangende linten:
toe`r (L295p Baarlo),
toehr (L265p Meijel),
toer (L265p Meijel, ...
L271p Venlo),
toor (L290a Egchel, ...
L266p Sevenum),
(speciaal voor feestdagen)
toêr (L269b Boekend),
Toer en knipmuts hoorden bij elkaar. De muts was een zwart kapje dat bij het werken gedragen werd. Ze werd onder het achterhoofd met een snoertje vastgeknoopt. Zie ook afb. p. 291 (Vrouw mit toer, golde kettin mit krüs en slot).
toer (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Zie afb. 48 (p.72).
toe:r (L265p Meijel)
II-5, II-6, II-7, II-9, III-1-2, III-1-3, III-1-4, III-4-3, III-4-4
|
|