e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaien naaien: niǝnǝ (Chevremont) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
nabreken nabreken: noǝbrē̜xǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Gesteente uit het dak en eventueel uit de wanden wegnemen om op deze wijze toegedrukte galerijen en steengangen weer te verruimen. [N 95, 903; N 95, 390; N 95, 384; monogr.; Vwo 216; Vwo 537] II-5
nachtdienst nachtschicht: nātšix (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540] II-5
nachtegaal nachtegaal: na’tejaal (Chèvremont) nachtegaal III-4-1
nachtjapon nachtspon: naatspon (Chèvremont), pon: pon (Chèvremont) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkastje nachtcommode-tje: nātkoͅmyətšə (Chèvremont) nachtkastje III-2-1
nachtkleren nachtskleren: naatskleier (Chèvremont) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtzwaluw geitenmelker: je’temelker (Chèvremont) nachtzwaluw III-4-1
nageboorte nageboorte: noegeburt (Chèvremont) menselijke nageboorte [N 10C (zj)] III-2-2
nauw, eng eng: eng (Chèvremont), knap: knap (Chèvremont), nauw: näu (Chèvremont) nauw, eng III-4-4