e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
knap borrelglaasje: zonder voet  knap (Val-Meer), dikke boterham:   knáp (s-Gravenvoeren, ... ), eerder te weinig dan te veel gemeten:   knap (Opglabbeek), hak:   knap (Rosmeer), hak van een schoen: [sic]  knap (Mopertingen), kundig:   knap (Arcen, ... ), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  knap (Stevensweert), maaltijd:   knap (Castenray, ... ), nauw, eng:   knap (Bleijerheide, ... ), proppenschieter:   ein knap (Neeroeteren), knab (Bree), knab [knḁb} (Dorne), knap (Bree, ... ), knàp (Bree), knââp (Velden), n knap (As), ən knap (Opglabbeek), Kloef = (St-Truiden) knap (Maeseyck) = klapbus. (t Daghet in den Oosten X, 154)  knap (Maaseik), met de knap sjeten  ɛn knap (Opitter), met de knapp scheeten  knäpp (Opoeteren), opm. v.d. invuller:  knaap (Velden), schaars:   knap (Gulpen, ... ), slim:   knap (Meeuwen), snoepje:   knap (Maastricht), voedsel: Iech moos zörrege veur de knap en veur de fles  knap (Maastricht), wijs:   knap (Maastricht, ... ) II-10, III-1-3, III-1-4, III-2-1, III-2-3, III-3-1, III-3-2, III-4-4