e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondergoed onderkleren: ongerkleier (Chèvremont) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
ondergronds onderaardig: oŋǝrēǝdiš (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] II-5
onderhemd hemd: hemme (Chèvremont) onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] III-1-3
onderkabel onderkabel: oŋǝrkābǝl (Chevremont  [(Julia)]   [Laura, Julia]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderkussen, peluw hoofdpeluw: hø&#x0304pəl (Chèvremont), kijl: kai̯l (Chèvremont), kijlkussen: kai̯lkøsə (Chèvremont) peluw || schuine peluw III-2-1
ondersteunen (een) bouw zetten: bǫ.w zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]), bouwen zetten: bø̜j zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), stijlen zetten: štilǝ zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Winterslag, Waterschei]) Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5
ondersteuning bouw: bouw (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Ondersteuningselement voor mijngangen, bestaande uit een raamwerk van twee of meer houten of metalen palen of balken. Het woordtype "kader" is volgens de invuller uit Q 3 van toepassing op een ondersteuning voor een galerij. In een pijler daarentegen worden "stempels" en "belen" gebruikt. [N 95, 317; N 95, 290; monogr.; Vwo 152; Vwo 154; Vwo 164; Vwo 402; Vwo 561; Vwo 761] II-5
ondersteuningen vastslaan (stijlen) aanhouwen: āhǫwǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Ondersteuningen vastslaan. Volgens een respondent uit Q 121 was er aan de hand van het al dan niet goede geluid daarbij controle op de sterkte van de stijl mogelijk. Invullers uit Q 121 en Q 121c merken op dat de stijl in zo''n geval bromde. [N 95, 354; monogr.; N 95, 370] II-5
onderzaagmachine schraammachine: šrymmašiŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Werktuig waarmee horizontale kerven worden gemaakt aan de onderzijde van de koollaag. Zie de semantische toelichting bij het lemma Onderzagen. [N 95, 531; monogr.; Vwo 359; Vwo 557] II-5
ondeugend, stout ondeugen: óndüe’je (Chèvremont), ondeugendig: óndüe’jentieg (Chèvremont), stout: sjtoots (Chèvremont) ondeugend || stout III-1-4