23549 |
acoliet |
acoliet:
acoliet (Q071p Diepenbeek)
|
Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24774 |
adelaarsvaren |
reinvaan:
ook: #sintjansvo.n*
oͅrenvo.n (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
sint-jansvaan:
ook: #renvo.n*
oͅsintɛjansvo.n (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek)
|
adelaarsvaren [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
17781 |
adem |
adem:
ich kos mənn oijən ne krägən (Q071p Diepenbeek),
asem:
ik kon mijn asem niet krijgen (Q071p Diepenbeek)
|
Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
adem krijgen:
ich kos mənn oijən ne krägən (Q071p Diepenbeek),
ademen:
ich kos ne oijəmən (Q071p Diepenbeek),
ich kos ni oəmen (Q071p Diepenbeek),
asem krijgen:
ik kon mijn asem niet krijgen (Q071p Diepenbeek),
asemen:
ich koͅm ne͂ ōsəmə (Q071p Diepenbeek)
|
Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)], [ZND m]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aren (Q071p Diepenbeek),
de oeren op ze vørhøt (Q071p Diepenbeek),
də ōiərən va zə vørhöid (Q071p Diepenbeek),
də ôrən vazə v"rhøt (Q071p Diepenbeek),
ein ōør opəsnân (Q071p Diepenbeek),
ĕn oer opesnēͅn (Q071p Diepenbeek),
ən ōͅər opənsnäən (Q071p Diepenbeek)
|
de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)], [ZND m] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)], [ZND m]
III-1-1
|
23767 |
advent |
advent (<lat.):
advent (Q071p Diepenbeek)
|
De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
30714 |
afbijten |
afbijten:
ǭf˱bęjtǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Oude verf met behulp van een afbijtmiddel verwijderen. [N 67, 68a]
II-9
|
28504 |
afbijten van koninginnecellen |
uitbijten:
ǫw.ǝtbęj.ǝtǝn (Q071p Diepenbeek)
|
Het verwijderen van overtollige koninginnecellen door het bijenvolk of de koningin zelf. [N 63, 65]
II-6
|
30593 |
afbijtmiddel |
afbijtmiddel:
ǭf˱bęjtmedǝl (Q071p Diepenbeek)
|
De algemene benaming voor een middel om verf los te weken. Men onderscheidt gelvormige en alkalische afbijtmiddelen. De werkzame bestanddelen van gelvormige afbijtmiddelen zijn een mengsel van dichloormetaan en methanol. De alkalische afbijtmiddelen bevatten calciumhydroxyde of natriumhydroxyde. Zij worden meestal in poedervorm aangeboden en dienen voor gebruik met water te worden aangelengd. De invuller uit L 267 onderscheidde brandbare en onbrandbare afbijtmiddelen, terwijl men in Q 111 afbijtmiddelen in de vorm van pasta en in vloeibare vorm kende. [N 67, 16a; N 67, 16b]
II-9
|
29364 |
afbranden |
afbernen:
ǭf˱bjanǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Oude verf met behulp van een brandlamp verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Brandlamp'. [N 67, 68b]
II-9
|