29055 |
geren |
geren:
gīrǝn (Q071p Diepenbeek)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|
19091 |
gerieflijk |
gerieflijk:
e gerifleͅk hous (Q071p Diepenbeek),
gerieflijk hō(w)əs (Q071p Diepenbeek),
ə gərīfələk hø͂ͅəs (Q071p Diepenbeek)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
25066 |
gering aantal, een paar |
min:
min (Q071p Diepenbeek)
|
een gering aantal [paar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20583 |
gerookte paling |
paling:
pòlling (Q071p Diepenbeek)
|
paling
III-2-3
|
32979 |
gerst |
gerst:
ga.s (Q071p Diepenbeek),
gēst (Q071p Diepenbeek)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21100 |
gerstebier |
gerste:
gēͅsten (Q071p Diepenbeek)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
18312 |
geruite jurk |
gecarreaud (<fr.) kleed:
syn. geraot.
gekaroud (Q071p Diepenbeek),
geruit kleed:
syn. gekaroud.
geraot (Q071p Diepenbeek),
ruitjeskleed:
ruitjeskleed (Q071p Diepenbeek),
ruitjeskleer (Q071p Diepenbeek),
ruitjeskleedje:
ruitjesklètsje (Q071p Diepenbeek)
|
geruit || jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21595 |
geschiedenis |
historie:
n historie vertellen (Q071p Diepenbeek)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
17712 |
geslachtsdelen (alg.) |
getuig:
getuig (Q071p Diepenbeek),
getuug (Q071p Diepenbeek),
geval:
geval (Q071p Diepenbeek)
|
geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
bijeen slapen:
bedeen sloapen (Q071p Diepenbeek),
dompen:
Schertsend.
dompen (Q071p Diepenbeek),
poepen:
pooppen (Q071p Diepenbeek),
poppen:
poppen (Q071p Diepenbeek)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|