e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop hoop: hoop (Diepenbeek), massa: massa (Diepenbeek), plezerrem: plezerrem (Diepenbeek), zwok: nen hiele zwók  zwók (Diepenbeek) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop, ongeordende stapel III-4-4
grote hostie grote hostie (<lat.): groete hostie (Diepenbeek) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote knikker dikke maai: dykə moͅj (Diepenbeek) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2
grote lijster grote lijster: grote lijster (gew.uitspr.) (Diepenbeek), grote luister: Frings  grutə lø͂ͅstər (Diepenbeek) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote schoonmaak grote schoonmaak: groete sjoenmoak (Diepenbeek) Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] III-2-1
grote trom grosse caisse (fr.): [Met afbeelding].  groskèès (Diepenbeek), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  grosse-caisse (Diepenbeek), grote trommel: grutn trøͅməl (Diepenbeek) een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] || Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] || Grote trom. III-3-2
grote weegbree wegenblad: wêêgəblaot (Diepenbeek), -  ɛweəgəɛbloət (Diepenbeek, ... ) Grote weegbree (plantago major 10 tot 50 cm groot. Alle bladeren staan in een wortelrozet en zijn bijna eirond of eivormig, de bladeren parallelnervig en langgesteeld; de bloemen bevinden zich in lange cilindrische aren, de bloemkroon is vliezig, en bru [N 92 (1982)] || grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
grove stem zware stem: ⁄n zwōr stĕm (Diepenbeek) grove stem [ZND 24 (1937)] III-3-1
guano guano: guano (Diepenbeek) Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a] I-1
guichelheil rode muur: -  ɛrəyəɛmu.r (Diepenbeek) gewoon guichelheil [DC 60a (1985)] III-4-3