e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge herenschoen hoge schoen: hoeéch sjoen (Diepenbeek) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: buis (Diepenbeek, ... ), bøys (Diepenbeek), hoge hoed: hoege hoeit (Diepenbeek), hoege hoeït (Diepenbeek) Hoe noemt men een (dames- en heren-)hoed van haarvilt? [-> hoge hoed] [N 45 (1972)] || Hoe noemt U in het algemeen de hoge, zijden, cylindervormige hoed? [N 45 (1972)] || hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] || hoge hoed (chapeau buse) || Welke spotnamen kent U? [N 45 (1972)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis buis: bøys (Diepenbeek), hoge hoed: hoege hoeit (Diepenbeek) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] || hoge, zijden, cylindervormige hoed [N 45 (1972)] III-2-2
hoge kaart(en) schone handkaarten: sjoen haandkaot (Diepenbeek) Kaarttermen: goede kaarten, maar géén troefkaarten. III-3-2
hoge klomp muiltjesklonk: mølkǝs[klonk] (Diepenbeek) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12
hoge klomp? hoevenmuiltje: hovemulke (Diepenbeek), muiltjesklonk: mulkeskloenke (Diepenbeek), mölkes(kloenke) (Diepenbeek) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] || muiltjesklompen III-1-3
hoge of halfhoge hak hoog versje: hoeech vèskes (Diepenbeek) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge pet met opstaand bovenstuk hoge klak: hug klak (Diepenbeek) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen galoche (fr.): gelosje (Diepenbeek) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken bot: botte (Diepenbeek) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3