19887 |
huurcontract |
tuist:
iX heͅb eͅnnen tōst va vir jōir (Q071p Diepenbeek)
|
het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)]
III-3-1
|
19886 |
huurhuis |
gehuurd huis:
gəhy(3)̄rt hōͅəs (Q071p Diepenbeek),
huurhuis:
huurhous (Q071p Diepenbeek)
|
huurhuis [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
21333 |
huurpenning |
werdel:
WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.
wjoddel (Q071p Diepenbeek),
wjol (Q071p Diepenbeek)
|
Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)]
III-3-1
|
21216 |
identiteitskaart |
pas:
pas (Q071p Diepenbeek)
|
de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19089 |
iemand uitschelden |
schampen:
op imant šampən (Q071p Diepenbeek),
uitmaken:
imand outmōͅken (Q071p Diepenbeek),
uitschijten:
plat of gemeen
outsjēten (Q071p Diepenbeek),
verwijten:
imant vərwēͅtən (Q071p Diepenbeek),
verwēten (Q071p Diepenbeek)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-1-4
|
20444 |
iemands overlijden aanzeggen |
ter lijk bidden:
znd 32, 71;
tər léék bêên (Q071p Diepenbeek)
|
de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
25081 |
iets onbelangrijks, nietigheid |
prul:
prul (Q071p Diepenbeek)
|
een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21563 |
ijken |
pegelen:
de gewiechten peigelen (Q071p Diepenbeek),
də gəwichtən pēͅigələn (Q071p Diepenbeek),
peigelen (Q071p Diepenbeek),
ay als in je pay
het gewiecht paygelen (Q071p Diepenbeek)
|
De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
17942 |
ijsberen |
op en af lopen:
op en oaf lopen (Q071p Diepenbeek)
|
Zenuwachtig heen en weer lopen (drentelen, ijsberen, gejaagd). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
23827 |
ijsheiligen |
ijsheiligen:
eisheiligen (Q071p Diepenbeek)
|
12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|