e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
judaspenning centen: sèntə (Diepenbeek), centenkruid: -  ɛsentəɛkroət (Diepenbeek) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] || tuinjudaspenning [DC 60a (1985)] III-4-3
juffertje-in-het-groen spinnenkop: spènnekop (Diepenbeek) juffertje-in-het-groen III-2-1
juffrouw juffrouw: joffrow (Diepenbeek), jufroͅ[ŭ}(w) (Diepenbeek) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
jukriem disselriem: dīsǝlrīm (Diepenbeek), nakband: nak˱bānt (Diepenbeek) Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12] I-10
jumper cache-coeur (fr.): [Van Dale (FN): cache-coeur wikkelbloes]  kaskør (Diepenbeek), casaquin (fr.): kazzekê(ke) (Diepenbeek), golf: goləf (Diepenbeek) ?overgooier || damesgilet || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: an heur kleed is veul langer as da va mieke (Diepenbeek), anna⁄ klēd is vø̄l langer as da va mīke (Diepenbeek), anna⁄s klēd is vøl langer as da va mieke (Diepenbeek), blau kleed (Diepenbeek), e blow kleed (Diepenbeek), katoune kleeid (Diepenbeek), katōͅnne klēd (Diepenbeek), kleed (Diepenbeek), kətōͅwnə klēt (Diepenbeek), ə blo klēt (Diepenbeek), kleedje: klètsje (Diepenbeek), kleren (mv.): kleer (Diepenbeek) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3
jus, vleesnat jeugd: jø’xt (Diepenbeek), jus: dju (Diepenbeek), žy (Diepenbeek) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaakbeen(rand) been: been (Diepenbeek) Kaakrand waarin de tanden staan (kaakbeen, raak) [N 109 (2001)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kletskop: kletskop (Diepenbeek) Kaal hoofd [hebben] (kletskop, plaat - ANDERE UITDRUKKINGEN: bv. volle maan, maan schijnt, biljartbal e.d.). [N 109 (2001)] III-1-1
kaal duivenjong kwakjong: kwàchjo.ŋk (Diepenbeek) Kaal duivenjong. [Goossens 1a (1955)] III-3-2