id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18285 | kleerborstel | borstel: ĕn bossel (Diepenbeek), kleerborstel: kleerborstel (Diepenbeek), kleerbossel (Diepenbeek) | een borstel (om kleren te borstelen) [ZND 22 (1936)] III-1-3 |
19389 | kleerhanger | kapstok: kapstǫk (Diepenbeek) | Gebogen houtje of beugel met haak waarop men jas of mantel zonder kreuken kan ophangen. [N 59, 35; monogr.] II-7 |
19677 | kleerkast | garderobe: galərōp (Diepenbeek), gardrōp (Diepenbeek) | kleerkast [ZND 34 (1940)] III-2-1 |
19631 | kleerkist, kleerkoffer | kist: kes(t) (Diepenbeek) | Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] III-2-1 |
24446 | kleerluis | mensenluis: mensəlōͅwəs (Diepenbeek) | kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)] III-4-2 |
28709 | kleermaker | kleer-/kledermaker: kljērmjēkǝr (Diepenbeek), klērmǭkǝr (Diepenbeek), klęǝrmęǝkǝr (Diepenbeek) | Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7 |
28921 | kleermakersborstel | borstel: bǫsǝl (Diepenbeek) | Borstel, meestal van paardenhaar, waarmee men bij het persen de wolvezels in de goede richting schuiert. In het algemeen borstelt men hiermee stof en kleren schoon. Zie afb. 20. [N 59, 32] II-7 |
28872 | kleermakerskrijt | tekenkrijt: tekenkrijt (Diepenbeek) | Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.] II-7 |
28965 | kleermakerszit | kleermakerszit: klērmǭkǝrszet (Diepenbeek) | Wijze van zitten van de kleermaker op de kleermakerstafel, met gekruiste benen. Zie afb. 30. [N 59, 199; monogr.] II-7 |
20609 | klef | derf: derref (Diepenbeek), knetsel: knetsel (Diepenbeek) | deeg (niet doorbakken) || ondoorbakken III-2-3 |