e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lēstig (Diepenbeek), ook materiaal znd 30, 02 met lengteteken op de ä  lästəx (Diepenbeek) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
laten laten: leͅtten (Diepenbeek), loëten (Diepenbeek), loͅte (Diepenbeek), lötten (Diepenbeek), løͅtən (Diepenbeek) laten [ZND 25 (1937)], [ZND 46 (1946)], [ZND m] III-1-2
laten wijden autowijden: ottou wèìën (Diepenbeek), het veld wijden: `t veild wèèën (Diepenbeek), huis laten wijden: hoas leuten wèèën (Diepenbeek), laten wijden: loate weien (Diepenbeek, ... ) Een akker laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)] III-3-3
lateren lateren: latērǝ (Diepenbeek) Een rietlaag onder de pannen aanbrengen. [N F, 31] II-9
latierboom onderslag: onǝrslǭx (Diepenbeek) Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.] I-6
latwerk raam: rǭm (Diepenbeek) Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d] I-13
lauw lauw: laa (Diepenbeek), lā wetter (Diepenbeek), lā wäter (Diepenbeek), lauwwarm: la werm wetter (Diepenbeek) lauw, tussen warm en koud || Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
lawaai maken laweit maken: laweit maokən (Diepenbeek) lawaai, herrie maken [laweiten, laweit maken, gellen] [N 91 (1982)] III-4-4
lawaai, herrie laweit: laweit (Diepenbeek) een dooreenmengeling van sterke geluiden [leven, herrie, geweld, lawaai, spektakel, rumoer] [N 91 (1982)] III-4-4
leefnet leefnet: Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  leefnet (Diepenbeek) het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar] [N 112 (2006)] III-3-2