e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pinkelen pinkelen: pinkelen (Diepenbeek), piŋkələn (Diepenbeek), Vroeger - bestaat niet meer!  pinkelen (Diepenbeek) Hoe heet het kinderspel, waarbij een stokje, aan beide einden gescherpt, met een andere langere stok eerst omhoog en dan weggeslagen wordt? [ZND 34 (1940)] III-3-2
pinkelhoutje pinkel: pinkel (Diepenbeek, ... ), piŋkəl (Diepenbeek) Hoe heet het kleine stokje uit 65a dat wegvliegt? [ZND 34 (1940)] III-3-2
pinksteren pinksten: peinksen (Diepenbeek), pengsən (Diepenbeek), pingsen (Diepenbeek) Hoe heet de 50e dag na Pasen: Pinksteren of Sinksen? [ZND 40 (1942)] || Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)] III-3-3
pinnen pijlen: pilǝn (Diepenbeek), pinnen: penǝ(n) (Diepenbeek) De (ijzeren) pinnen waarmee de molensteen aan de beugels van de steenkraan wordt bevestigd. [Vds 205; Jan 184; Coe 167; Grof 200] II-3
pinstokken (voor de slee) pikken: pekən (Diepenbeek), pikken (Diepenbeek), de laatste schwa is maar heel kleintjes bovenaan voor de n geschreven  də pekən (Diepenbeek) Hoe heten de stokken waarmee een kleine ijsslede wordt voortgeduwd? [ZND 40 (1942)] || pikstokken waarmee de kinderen een slee (waarop ze zitten) voortduwen [N 08 (1961)] III-3-2
pioen cornelisroos: kernelisroos (Diepenbeek), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  kornelisroes (Diepenbeek) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] I-7
pissebed wild varken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  wild verken (Diepenbeek) pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kern: kjān (Diepenbeek) kern [ZND 01 (1922)] I-7
pit, kern van fruit kern: kjaan, kjan (Diepenbeek), kjān (Diepenbeek, ... ) [RND 08] [ZND 01 (1922)] [ZND 27 (1938)] I-7
plaats maken plaats maken: plak maokən (Diepenbeek) ruimte beschikbaar maken [plaats maken, schavelen] [N 91 (1982)] III-4-4