e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ratelaar ratel: raoətəl (Diepenbeek), ratelaar: -  ɛrotəɛleər (Diepenbeek, ... ) Kleine ratelaar (rhinanthus minor 10 tot 40 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt; de bladeren groeien kruisgewijs, zijn smal en gezaagd. De bloemen staan in korte trossen, de kroonbuis is recht en geel, de bovenlip heeft zeer kleine witte o [N 92 (1982)] || kleine ratelaar (Rhinanthus minor L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
raten inkorten inkorten: ęjnkotǝ (Diepenbeek), uitsnijden: ǫw.ǝtsnęjǝ (Diepenbeek) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw rauw: roo vlies (Diepenbeek), rō vlis (Diepenbeek), rō vlīs (Diepenbeek) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten bolwerken: bolwerken (Diepenbeek), rabzooi?: rabzoi (Diepenbeek), ravotsen: ravotsen (Diepenbeek), ravotten: ravotten (Diepenbeek) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] || Stoeien. III-3-2
razen en tieren balkeneren: balkeneër’n (Diepenbeek), razen: rooëz’n (Diepenbeek) razen || tieren III-1-4
razend van woede raastig: rooëstig (Diepenbeek), razentig: rooëzentig (Diepenbeek) razend III-1-4
recht vooruitstoten met de armen stoten: stoeten (Diepenbeek) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
rechte, vormeloze benen palotpoten: [vgl. fr. palot]  pelot poeten (Diepenbeek) Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)] III-1-1
rechtop rechtop: rééch op (Diepenbeek) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtopstaande wissen steekwissen: stēkwisǝ (Diepenbeek) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12