24254 |
tjiftjaf |
tjiftjaf:
Frings
tjeftjaf (Q071p Diepenbeek)
|
tjiftjaf (11 overal waar een gesloten bladerdak is; zang herhaald [tjip-tjep] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24255 |
tochtig |
ritsig:
retsex (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
willig:
welex (Q071p Diepenbeek),
welǝx (Q071p Diepenbeek)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
21565 |
toegangsprijs |
entree (<fr.):
d⁄n antrei is inne frang (Q071p Diepenbeek),
inkomprijs:
den inkōmprēͅs is ⁄n fran (Q071p Diepenbeek)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33697 |
toegangsweg naar het erf |
vaart:
vǭt (Q071p Diepenbeek)
|
Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.]
I-8
|
19663 |
toilet |
huisje:
høskə (Q071p Diepenbeek)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
brier (Q071p Diepenbeek)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
tomat (Q071p Diepenbeek),
təmaot (Q071p Diepenbeek),
təmā.tə (Q071p Diepenbeek)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 34 (1940)]
I-7
|
22658 |
toneelspel |
spel:
speel (Q071p Diepenbeek)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17620 |
tong |
tong:
tǫŋ (Q071p Diepenbeek),
z`n tong is ōͅngelōͅiën (Q071p Diepenbeek),
zən toͅŋ es ōangəlōjt (Q071p Diepenbeek)
|
De leren lap in rijgschoenen die de wreef bedekt. [N 60, 24] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
II-10, III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek)
|
De leren lap in rijgschoenen, die de wreef bedekt (tong) Zie bij tek. 3. [N 60 (1973)] || Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)]
III-1-3
|