22091 |
vangijzertje, vangklep aan duiventil |
clapet (fr.):
klampèt (Q071p Diepenbeek)
|
Vangklep aan duiventil.
III-3-2
|
34088 |
vangplooi |
vang:
vǭǝn (Q071p Diepenbeek)
|
Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115]
I-11
|
28629 |
vangtangetje |
vangklemmetje:
vaŋklɛmǝkǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Gereedschap dat men gebruikt bij het vangen en vasthouden van een koningin. De informanten van L 289, L 333, L 414 en L 215a vermelden dat ze dit steeds met de vingers doen. [N 63, 101; monogr.]
II-6
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
da’s natuurlijk (Q071p Diepenbeek),
da’s natyrlèk (Q071p Diepenbeek),
da’s nəty(3)̄rlək (Q071p Diepenbeek)
|
Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21254 |
varen |
varen:
vāoëren (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek)
|
varen [ZND m]
III-3-1
|
24518 |
varen (alg.) |
vaan:
vaon (Q071p Diepenbeek),
-
vo.n (Q071p Diepenbeek)
|
varen [DC 60a (1985)] || Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)]
III-4-3
|
22792 |
variant van krijgertje spelen: doorlopertje |
doorsnijdertje spelen:
dooërsnèèërke (Q071p Diepenbeek)
|
Loopspel.
III-3-2
|
34297 |
varken |
varken:
vęrkǝ (Q071p Diepenbeek),
vęrǝkǝ (Q071p Diepenbeek),
vɛ.rǝkǝ (Q071p Diepenbeek),
vɛrkǝn (Q071p Diepenbeek),
vɛrǝkǝ (Q071p Diepenbeek),
varkentje:
vɛrkskǝn (Q071p Diepenbeek)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34298 |
varken (bijzondere namen) |
kuus:
kuš (Q071p Diepenbeek)
|
In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
loper:
lipǝr (Q071p Diepenbeek),
lø̄.pǝr (Q071p Diepenbeek),
lø̄pǝr (Q071p Diepenbeek),
lēpǝr (Q071p Diepenbeek)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|