18275 |
weefsel, stof |
stof:
stof (Q071p Diepenbeek)
|
Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)]
III-1-3
|
33821 |
week in de muil |
slap in de muil:
slap ęn ǝ mǫu̯l (Q071p Diepenbeek),
zoet in de muil:
zyt en ǝ mǫu̯l (Q071p Diepenbeek)
|
Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f]
I-9
|
21518 |
weekblad? |
illustratie (<fr.):
illustrōͅ[i}se (Q071p Diepenbeek)
|
weekblad met veel prenten en fotos [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
18166 |
weer genezen |
weer op zijn effen:
wir op z`n ä:fən (Q071p Diepenbeek),
weer op zijn oud:
wier op z`n āt (Q071p Diepenbeek),
weer te been:
wir op been (Q071p Diepenbeek)
|
hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
24896 |
weer naar het jaargetijde |
zoete opgang:
ne zuuten opgank
nə zūt⁄n o͂ͅpgàŋk (Q071p Diepenbeek)
|
weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)]
III-4-4
|
17575 |
weerborstel |
borstelen (mv.):
bǫsǝlǝn (Q071p Diepenbeek),
struif:
struif (Q071p Diepenbeek)
|
Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] || Valse kruin; weerborstel. [N 109 (2001)]
I-12, III-1-1
|
25110 |
weerlichtx |
heibrand:
heibrand (Q071p Diepenbeek),
weerlicht:
weërliech (Q071p Diepenbeek),
ps. de e staat wat hoger geschreven.
wēerlicht (Q071p Diepenbeek),
weejerliech (o.)
wēərlix (Q071p Diepenbeek),
wierliech
wī(j)ərlīx (Q071p Diepenbeek)
|
bliksem || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] || weerlichten [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
33820 |
weerstand biedend |
wreed in de muil:
vri en ǝ mǫu̯l (Q071p Diepenbeek),
wreed in het bakkes:
vri en t bakǝs (Q071p Diepenbeek)
|
Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e]
I-9
|
23708 |
weesgegroet |
weesgegroet:
weesgegroet (Q071p Diepenbeek)
|
Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21247 |
weg |
weg:
jan hɛt ɛnnen dikke stɛk op ɛ wēg zin liggen (Q071p Diepenbeek),
wiix (Q071p Diepenbeek)
|
Jan heeft een dikke stok op de weg zien liggen [ZND 46 (1946)] || weg [RND]
III-3-1
|