e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natuurlijke waterloop beek: bē̜k (Dieteren) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
natuursteen moellon: mǝloŋ (Dieteren) In de natuur aangetroffen steen die al dan niet met gereedschappen bewerkt is. In het eerste geval spreekt men van breuksteen, in het tweede van gehouwen steen. Tot de natuursteen worden onder meer kalksteen of hardsteen, graniet, zandsteen en tufsteen gerekend. De natuursteen staat in tegenstelling tot de kunststeen, die uit verschillende grondstoffen vervaardigd wordt. Zie ook de lemmata 'Hardsteen' en 'Zandsteen'. [N 30, 55c; N 30, 55g; N 30, 56; N 31, 31a; monogr.] II-9
nauw, eng eng: eng (Dieteren) nauw [SGV (1914)] III-4-4
navel navel: navel (Dieteren, ... ) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
neef neef: naef (Dieteren), neen  neef (Dieteren) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
negenoog negenoog: nögenaug (Dieteren) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nek nek: nak (Dieteren, ... ) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: numme (Dieteren), pakken: pakken (Dieteren) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nest nest: nèst (Dieteren), nèster (Dieteren) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nestei nestei: nęstęi̯ (Dieteren) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12