e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus neus: naas (Dieteren, ... ), nāās (Dieteren) neus [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
nicht nicht: nich (Dieteren), neen  nig (Dieteren) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nieuwe maan duistere maan: duuster moan (Dieteren) maan [donkere ~] [SGV (1914)] III-4-4
nieuwjaar wensen verrassen: vrasje (Dieteren) Nieuwjaar wensen. III-3-2
nieuws nieuws: nuuts (Dieteren) nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: nusjairig (Dieteren), nuusjierig (Dieteren) nieuwsgierig [SGV (1914)] || nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)] III-1-4
niezen niesten: neeste (Dieteren) niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
niks waard niks waard: det is niks wêrd (Dieteren) waard (dat is niets ~) [SGV (1914)] III-3-1
noemen noemen: neume (Dieteren), zeggen: zegge (Dieteren) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
nok vorst: vēs (Dieteren) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9