e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notenboom walnootboom: -  walnootboom (Dieteren) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
oever kant: kantj (Dieteren), oever: oaver (Dieteren), oover (Dieteren) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblik: aogeblik (Dieteren), ogenblikje: augenblikske (Dieteren) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Dieteren), noot (Dieteren), walnoot: -  walnoot (Dieteren) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
olie olie: (Smaut).  oalie (Dieteren) olie [SGV (1914)] III-2-3
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Dieteren) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omhelzen omhelzen: omhelsjde (Dieteren) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
onderhands onderlings: ongerlingsch (Dieteren) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: ein schoin humme (Dieteren), humme (Dieteren) hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderkussen, peluw hoofdpulf: høͅi̯pølf (Dieteren) peluw [SGV (1914)] III-2-1