e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
thuis thuis: thoes (Dieteren) thuis [SGV (1914)] III-2-1
tijdverdrijf tijdkorting: tiedkorting (Dieteren) tijdkorting [SGV (1914)] III-3-2
tijger tijger: tie-ger (Dieteren) tijger [SGV (1914)] III-3-2
tol betalen tol betalen: tol betale (Dieteren) tol betalen [SGV (1914)] III-3-1
tonen tonen: toine (Dieteren) tonen [SGV (1914)] III-1-1
tong tong: tong (Dieteren), tung (Dieteren) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank toonbank: toinbank (Dieteren) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
tornen losmaken: losmākǝ (Dieteren), lossnijden: lossni-jǝ (Dieteren) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
traag traag: troag (Dieteren) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): trakteere (Dieteren) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1